TOEVAL OF ONTWERP?
De bijzondere ogen van de springspin
DE SPRINGSPIN kan heel goed inschatten hoe ver hij precies moet springen. Hoe doet hij dat?
Wetenswaardigheid: Om de afstand tot een voorwerp te bepalen, maakt de kasspringspin gebruik van een unieke eigenschap van zijn twee voorste ogen, die allebei een netvlies hebben dat uit meerdere lagen bestaat. Twee van die lagen zijn gevoelig voor groen licht. Terwijl het beeld dat zich op de ene laag vormt altijd scherp is, is het beeld op de andere laag altijd onscherp. Hoe waziger het beeld op die laag, hoe kleiner de afstand tussen het object en het oog van de spin. Door dit simpele feit kan de spin inschatten hoever hij precies moet springen om zijn prooi te vangen.
Onderzoekers willen de techniek van de springspin graag toepassen in het ontwerp van 3D-camera’s en zelfs in robots die de afstand tot een object kunnen berekenen. Volgens de nieuwswebsite ScienceNOW is het gezichtsvermogen van de springspin „een buitengewoon interessant voorbeeld van hoe een beestje van een halve centimeter lang, met hersenen die kleiner zijn dan die van de huisvlieg, het voor elkaar krijgt om ingewikkelde visuele informatie te verzamelen en te verwerken”.
Wat denkt u? Zijn de ogen van de springspin door toeval ontstaan of zijn ze ontworpen?