Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Vragen van lezers

Vragen van lezers

Hoe kunnen we rekening houden met broeders en zusters die gezondheidsklachten krijgen door parfums en andere sterke geuren?

Personen die overgevoelig zijn voor geuren hebben het niet altijd makkelijk. Elke dag komen ze met anderen in contact, waarbij ze waarschijnlijk nauwelijks invloed hebben op de mate waarin ze in aanraking komen met allerlei geuren. Sommigen hebben gevraagd of het mogelijk zou zijn de broeders en zusters te vragen op gemeentevergaderingen, kringvergaderingen en congressen geen parfums of aftershaves te gebruiken.

Natuurlijk zou niemand het anderen opzettelijk moeilijk willen maken om de vergaderingen te bezoeken. Iedereen heeft aanmoediging nodig (Hebr. 10:24, 25). Als overgevoeligheid voor geuren iemand belemmert om naar de vergaderingen te gaan, zou hij of zij dit misschien willen bespreken met de ouderlingen. Hoewel het niet Bijbels en ook niet passend is om regels op te stellen over het gebruik van geurtjes, kunnen de ouderlingen de gemeente misschien helpen te begrijpen met welke problemen sommigen te maken hebben. Afhankelijk van de omstandigheden zouden de ouderlingen ervoor kunnen kiezen om tijdens het aandeel ‘Plaatselijke behoeften’ op de dienstvergadering wat informatie hierover te bespreken uit onze lectuur. Ze zouden er ook voor kunnen kiezen om een tactvolle mededeling te doen. * Maar het is niet de bedoeling dat dit soort mededelingen constant gedaan worden. Er zullen regelmatig gasten en nieuwelingen op onze vergaderingen komen die zich niet bewust zijn van het probleem, en we willen natuurlijk dat zij zich welkom voelen. Er zou geen sfeer moeten ontstaan waarin mensen zich bezwaard voelen om met mate parfum of aftershave te gebruiken.

Waar dit probleem speelt en plaatselijke omstandigheden het toelaten, zou het lichaam van ouderlingen regelingen kunnen treffen om personen die overgevoelig zijn voor geuren, in een andere ruimte van de Koninkrijkszaal te laten zitten waar ze kunnen meeluisteren. Als zoiets redelijkerwijs niet mogelijk is en sommigen nog steeds veel last hebben, zouden ze thuis naar opnames van de vergaderingen kunnen luisteren of kunnen meeluisteren via een telefoonlijn, net als anderen die aan huis gebonden zijn.

In Onze Koninkrijksdienst zijn we de afgelopen jaren aangemoedigd aandacht voor deze kwestie te hebben wanneer we een regionaal congres bezoeken. De meeste congressen worden in gesloten ruimten gehouden waar we afhankelijk zijn van een ventilatiesysteem. Omdat het over het algemeen niet mogelijk is om op een congresterrein te voorzien in afgescheiden ruimtes, is er gevraagd om het gebruik van parfums en aftershaves daar te beperken. Maar het is nooit de bedoeling geweest dat dit verzoek een algemene regel zou worden voor gemeentevergaderingen.

Op dit moment hebben we allemaal nog last van de gevolgen van overgeërfde onvolmaaktheid. We waarderen het allemaal als anderen moeite doen om onze last te verlichten. Het kan een offer zijn geen parfum of aftershave te gebruiken om het voor een ander makkelijker te maken de vergaderingen te bezoeken. Toch zou liefde ons ertoe kunnen motiveren daarvoor te kiezen.

Zijn er wereldlijke bronnen die het bestaan van Pontius Pilatus bevestigen?

Deze stenen plaat bevat Pilatus’ naam in het Latijn

Pontius Pilatus is bij Bijbellezers bekend vanwege zijn rol in de berechting en executie van Jezus (Matth. 27:1, 2, 24-26). Maar zijn naam komt ook een aantal keren voor in andere historische documenten uit die tijd. Volgens The Anchor Bible Dictionary is de verzameling wereldlijke historische verwijzingen naar hem ‘groter en gedetailleerder dan die van elke andere Romeinse bestuurder van Judea’.

Pilatus’ naam komt het vaakst voor in de werken van de Joodse geschiedschrijver Josephus; hij heeft drie specifieke voorvallen vastgelegd in verband met de problemen waar Pilatus mee te maken had tijdens zijn bestuur over Judea. Een vierde voorval is vastgelegd door de Joodse geschiedschrijver Philo. De Romeinse schrijver Tacitus, die de geschiedenis van de keizers van Rome heeft opgetekend, bevestigt dat Pontius Pilatus tijdens de regering van Tiberius heeft bevolen tot de executie van Jezus.

In 1961 kwamen archeologen die in het Romeinse theater in Cesarea (Israël) werkten, tot de conclusie dat een hergebruikte stenen plaat Pilatus’ naam in het Latijn bevatte. Deze inscriptie, die hier is afgebeeld, is niet compleet, maar men denkt dat er het volgende gestaan heeft: ‘Pontius Pilatus, prefect van Judea, heeft [dit] Tiberieum opgedragen aan de verheven goden.’ Het Tiberieum was waarschijnlijk een tempel ter ere van de Romeinse keizer Tiberius.

Moet een zuster een hoofdbedekking dragen als ze een Bijbelstudie leidt in aanwezigheid van een mannelijke verkondiger?

In de ‘Vragen van lezers’ in De Wachttoren van 15 juli 2002 werd gezegd dat een zuster haar hoofd moet bedekken als ze een Bijbelstudie leidt in aanwezigheid van een mannelijke verkondiger, of hij nu gedoopt is of niet. Een verdere beschouwing van dit onderwerp laat zien dat het passend is om deze richtlijn te wijzigen.

Als een zuster een geregelde Bijbelstudie leidt en er gaat een gedoopte broeder met haar mee, dan zal ze zeker een hoofdbedekking willen dragen. Daarmee toont ze respect voor de regeling die Jehovah in de gemeente heeft ingesteld in verband met gezag; ze vervult immers een rol die normaal gesproken de verantwoordelijkheid van de broeder zou zijn (1 Kor. 11:5, 6, 10). Ze zou natuurlijk ook de broeder kunnen vragen de studie te leiden, als hij geschikt en in staat is om dat te doen.

Maar als een zuster bij een geregelde Bijbelstudie wordt vergezeld door een ongedoopte mannelijke verkondiger die niet haar man is, zou ze Bijbels gezien geen hoofdbedekking hoeven dragen. Toch kunnen sommige zusters vanwege hun geweten de beslissing nemen om ook in zulke omstandigheden een hoofdbedekking te dragen.

^ ¶2 Zie voor een bespreking van dit onderwerp het artikel ‘Hoe personen met MCS te helpen’ in de Ontwaakt! van 8 augustus 2000, blz. 8-10.