Bevrijding van slavernij: Toen en nu
Blessing * kwam naar Europa omdat haar beloofd was dat ze als kapster aan de slag kon. Maar eenmaal daar werd ze tien dagen lang mishandeld en werd er gedreigd geweld tegen haar familie te gebruiken. Daarna werd ze gedwongen tot prostitutie.
Er werd van Blessing verwacht dat ze 200 tot 300 euro per nacht verdiende om een schuld van ruim 40.000 euro af te betalen die haar bordeelhoudster haar had opgelegd. Blessing zegt: ‘Ik dacht er vaak aan te ontsnappen, maar ik was bang dat ze mijn familie iets zouden aandoen. Ik zat vast.’ Haar verhaal is het verhaal van zo’n vier miljoen mensen die gevangenzitten in de internationale seksindustrie.
Bijna 4000 jaar geleden werd de tiener Jozef door zijn broers verkocht. Hij kwam in het huis van een belangrijke Egyptenaar te werken. In tegenstelling tot Blessing werd Jozef in eerste instantie goed behandeld. Maar toen hij de avances van de vrouw van zijn meester afwees, werd hij vals beschuldigd van een poging tot verkrachting. Hij werd in de gevangenis gegooid en in de boeien geslagen (Genesis 39:1-20; Psalm 105:17, 18).
Jozef was een slaaf in de oudheid, Blessing in de 21ste eeuw. Maar beiden waren het slachtoffer van mensenhandel, waarbij mensen als product worden behandeld en het alleen maar om geld draait.
OORLOG MAAKT VAN SLAVERNIJ ‘BIG BUSINESS’
Oorlogvoeren was voor landen de makkelijkste manier om aan slaven te komen. De Egyptische koning Thoetmozes III nam naar verluidt 90.000 gevangenen mee terug na een veldtocht in Kanaän. Ze werden als slaven ingezet in mijnen, bij het bouwen van tempels en bij het graven van kanalen.
Ook in het Romeinse Rijk leverden oorlogen veel slaven op, en de behoefte aan slaven was soms zelfs de reden van een oorlog. Geschat wordt dat tegen de eerste eeuw de bevolking van Rome voor bijna de helft uit slaven bestond. Veel Egyptische en Romeinse slaven werden wreed uitgebuit. De levensverwachting van slaven in de Romeinse mijnen bijvoorbeeld was maar zo’n 30 jaar.
In de loop van de tijd werd het steeds erger. Van de 16de tot de 19de eeuw was de slavenhandel tussen Afrika en Amerika een van de meest winstgevende commerciële bezigheden ter wereld. Volgens een verslag van Unesco ‘werden naar schatting tussen de 25 en 30 miljoen mannen, vrouwen en kinderen ontvoerd en verkocht’. Honderdduizenden zijn naar verluidt omgekomen tijdens de overtocht over de Atlantische Oceaan. Olaudah Equiano, een slaaf die het overleefde, zei: ‘Het gegil van de vrouwen en het gekerm van de stervenden maakte dit alles tot een bijna onvoorstelbaar afgrijselijk tafereel.’
Helaas is slavernij niet slechts iets uit het verleden. Volgens de Internationale Arbeidsorganisatie werken zo’n 21 miljoen mannen, vrouwen en kinderen nog steeds in slavernij voor weinig of geen loon. Slaven werken in mijnen, sweatshops (werkplaatsen), baksteenfabrieken, bordelen en privéwoningen. Hoewel het illegaal is, schijnt deze vorm van slavernij te groeien.
DE VLUCHT NAAR VRIJHEID
Door de wrede behandeling begonnen veel slaven voor hun vrijheid te vechten. In de eerste eeuw v.Chr. leidde de gladiator Spartacus een mislukte opstand van zo’n 100.000 slaven tegen Rome. In de 18de eeuw kwamen slaven op het Caribische eiland Hispaniola in opstand tegen hun meesters. De verachtelijke manier waarop de slaven op de suikerplantages werden behandeld, was de reden voor een 13 jaar durende burgeroorlog die uiteindelijk leidde tot de vorming van de onafhankelijke natie Haïti in 1804.
Maar de uittocht van de Israëlieten uit Egypte is zonder twijfel de succesvolste vlucht naar vrijheid ooit. Mogelijk zo’n drie miljoen mensen, een heel volk, werden bevrijd uit slavernij in Egypte. Ze hadden hun vrijheid absoluut verdiend. In de Bijbel wordt gezegd dat ze in Egypte onder ellendige omstandigheden in slavernij leefden (Exodus 1:11-14). Eén farao gaf zelfs opdracht tot kindermoord om de groeiende groep Israëlieten onder controle te houden (Exodus 1:8-22).
Het unieke aan de vrijlating van de Israëlieten uit Egypte was dat God zelf ingreep. God zei tegen Mozes: ‘Ik weet terdege wat voor smarten zij lijden. En ik ga ertoe over neer te dalen om hen (...) te bevrijden’ (Exodus 3:7, 8). Tot op de dag van vandaag vieren joden jaarlijks het Pascha om die gebeurtenis te herdenken (Exodus 12:14).
DE DEFINITIEVE AFSCHAFFING VAN SLAVERNIJ
In de Bijbel staat: ‘Bij Jehovah, onze God, is geen onrechtvaardigheid’, en God is niet veranderd (2 Kronieken 19:7; Maleachi 3:6). God zond Jezus ‘om de gevangenen vrijlating te prediken (...), om de verbrijzelden in vrijheid heen te zenden’ (Lukas 4:18). Betekende dit vrijheid voor elke letterlijke slaaf? Dat lijkt niet het geval. Jezus werd gezonden om mensen te bevrijden uit slavernij aan zonde en dood. Hij zei later: ‘De waarheid zal u vrijmaken’ (Johannes 8:32). Zelfs in deze tijd worden mensen op allerlei manieren bevrijd door de waarheid die Jezus onderwees. (Zie het kader ‘ Uit een ander soort slavernij ontsnappen’.)
God hielp Jozef en Blessing elk op een andere manier uit slavernij te ontsnappen. Jozefs uitzonderlijke verhaal is te lezen in hoofdstuk 39 tot 41 van het Bijbelboek Genesis. Blessings zoektocht naar vrijheid was net zo bijzonder.
Nadat Blessing uit een bepaald Europees land was gezet, ging ze naar Spanje. Daar ontmoette ze Getuigen van Jehovah en begon ze de Bijbel met ze te bestuderen. Ze was vastbesloten haar leven weer op orde te krijgen, dus zocht ze een gewone baan en overtuigde ze haar voormalige bordeelhoudster ervan haar maandelijkse aflossing te verlagen. Op een dag belde zij Blessing op. Ze wilde Blessings schuld kwijtschelden en haar om vergeving vragen. Zij was namelijk ook de Bijbel met de Getuigen gaan bestuderen! Blessing zegt: ‘De waarheid maakt je vrij op geweldige manieren.’
Het deed Jehovah pijn om te zien hoe wreed de Israëlitische slaven in Egypte werden behandeld, en hij voelt zich ongetwijfeld ook zo als hij in deze tijd zulk onrecht ziet. Om een eind te maken aan elke vorm van slavernij, zou de maatschappij enorm moeten veranderen. God belooft dat hij voor die verandering zal zorgen. ‘Er zijn nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, die wij overeenkomstig zijn belofte verwachten, en daarin zal rechtvaardigheid wonen’ (2 Petrus 3:13).
^ ¶2 De naam is veranderd.