Mythe 2: Slechte mensen lijden in de hel
Hoe is deze mythe ontstaan?
„Van alle klassieke Griekse filosofen heeft Plato de grootste invloed op de traditionele denkbeelden over de hel gehad” (Histoire des enfers, door Georges Minois, blz. 50.)
„Vanaf het midden van de 2de eeuw A.D. begonnen christenen die enige opleiding in de Griekse filosofie hadden genoten, er behoefte aan te voelen hun geloof in de termen van deze filosofie uit te drukken (...) De filosofie die hun het best uitkwam, was het platonisme [de leer van Plato]” (The New Encyclopædia Britannica [1988], Deel 25, blz. 890.)
„De leer van de kerk bevestigt het bestaan van de hel en haar eeuwige duur. De zielen van hen die sterven in staat van doodzonde, dalen onmiddellijk na de dood af in de hel, waar zij de straffen van de hel, ’het eeuwige vuur’, ondergaan. De belangrijkste straf van de hel bestaat in het eeuwig van God gescheiden zijn” (Katechismus van de katholieke kerk, uitg. 1995, blz. 232).
Wat zegt de Bijbel?
„De levenden zijn zich ervan bewust dat zij zullen sterven; maar wat de doden betreft, zij zijn zich van helemaal niets bewust, (...) want er is geen werk noch overleg noch kennis noch wijsheid in Sjeool, de plaats waarheen gij gaat” (Prediker 9:5, 10).
Het Hebreeuwse woord Sjeool, dat betrekking heeft op de „verblijfplaats der doden”, is in sommige Bijbelvertalingen met „hel” weergegeven. Wat zegt deze passage over de toestand van de doden? Lijden ze in Sjeool om voor hun zonden te boeten? Nee, want ze „zijn zich van helemaal niets bewust”. Toen de patriarch Job door een ernstige ziekte vreselijk lijden onderging, smeekte hij God dan ook: „O, dat gij mij in Sjeool [„de helle”, Leuvense Bijbel] zoudt verbergen” (Job 14:13). Wat voor zin zou dit verzoek hebben gehad als Sjeool een plaats van eeuwige pijniging was? In de Bijbelse betekenis is de hel gewoon het gemeenschappelijke graf van de mensheid, waar aan alle activiteit een eind is gekomen.
Is deze definitie van de hel niet logischer en in overeenstemming met de Bijbel? Wat voor zonde, hoe gruwelijk ook, zou een God van liefde ertoe kunnen brengen iemand eindeloos te folteren? (1 Johannes 4:8) Maar als het hellevuur een mythe is, hoe zit het dan met de hemel?
Vergelijk deze Bijbelverzen: Psalm 146:3, 4; Handelingen 2:25-27; Romeinen 6:7, 23
FEIT:
God straft mensen niet in de hel