Op 7 juni 2022 heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) unaniem Litouwen in het ongelijk gesteld in een zaak in verband met broeder Stanislav Teliatnikov, die op grond van gewetensbezwaren militaire dienst had geweigerd. Het EHRM besliste dat het recht op dienstweigering op grond van gewetensbezwaren wordt gewaarborgd door artikel 9 (vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst) van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en dat Litouwen dus het verdrag had geschonden. Litouwen moet Stanislav in totaal 3000 euro betalen.

Bijna alle lidstaten van de Raad van Europa waar de dienstplicht geldt, hebben een programma voor vervangende dienstplicht. Toen Stanislav werd opgeroepen voor zijn dienstplicht, vroeg hij om vervangende dienst in lijn met de Europese standaard. Maar in Litouwen bestaat die mogelijkheid niet. In de uitspraak tegen Litouwen herhaalde het EHRM, net als in soortgelijke uitspraken tegen Armenië, Azerbeidzjan en Turkije, dat alle lidstaten van de Raad van Europa een alternatief voor militaire dienst moeten bieden dat niet als strafmaatregel wordt aangewend, niet discriminerend is en werkelijk los van het leger staat.

Armenië heeft sindsdien een succesvol programma voor vervangende dienstplicht ingesteld. Jonge mannen die op grond van gewetensbezwaren militaire dienst weigeren, kunnen in plaats daarvan werk te doen krijgen tot nut van de maatschappij.

We hopen dat ook Litouwen zich aan de richtlijn van het EHRM zal conformeren door vervangende dienstplicht mogelijk te maken, wat goed zal zijn voor zowel onze broeders als de plaatselijke gemeenschap. In de tussentijd weten we dat Jehovah onze broeders in Litouwen de leiding en steun zal blijven geven die ze nodig hebben (Klaagliederen 3:25).